Deze tekst prijkt op de website van een ijssalon uit een klein dorp in het oosten van Nederland. “Nu al de derde generatie” blijft mijn aandacht trekken, waarschijnlijk omdat mijn inschatting is geworden dat er geen vierde generatie aan toegevoegd kan worden.
Al jaren een vertrouwde winkel
De ijssalon zit – zoals vermeld – al decennia in het kleine dorpje. Door de teruglopende middenstand een beetje achteraf, maar voor iedereen op een bekende locatie. Het was al die tijd de enige salon en de mensen vonden het fantastisch. Het ijs was met niets te vergelijken en men reed er graag even voor om.
Er veranderde ook eigenlijk niets. De inrichting was al jaren hetzelfde, je kon niet pinnen en ik vermoed dat de ruime keuze aan smaken ook recentelijk niet is veranderd. Heerlijk vertrouwd zeiden de meesten.
Disruptie of vernieuwing
Twee jaar geleden gebeurde er in het kleine dorp iets wat niemand zich voor mogelijk had gehouden. Er kwam een nieuwe ijssalon in het dorp. Nog wel middenin de winkelstraat van het dorp vestigde zich een echte Italiaanse ijssalon. Uitgebaat door een tweede generatie Italiaanse man uit hetzelfde dorp.
In eerste instantie werd er alleen door de toeristen ijs gegeten. De inwoners lieten de vernieuwing links liggen. Het leek erop dat het avontuur van de Italiaan net zo snel zou eindigen als dat het was begonnen.
Toch gebeurde er iets vreemds. De nieuwkomer deed namelijk een aantal dingen anders. Hij verkocht minder soorten ijs dan zijn concurrent en het aanbod verschilde per dag. Zijn ijs was natuurlijk bereid en elke dag vers. Hij kon het zich niet eens veroorloven dagelijks minimaal 40 soorten aan te bieden.
Wat hij ook deed was luisteren naar zijn klanten. Een bescheiden maar vriendelijk eigenaarsechtpaar was de klanten graag van dienst. Door dit te doen kwam hij erachter wat zijn klanten ook wilden. Dit waren onder andere pinnen als betaalmogelijkheid en ruimere openingstijden.
Smurfenijs
Gisteren was ik met mijn dochter bij de “oude ijssalon”. Een discussie over smurfenijs werd niet in mijn voordeel beslecht. Tijdens ons bezoek viel er wel wat op. Het was er anders, het was er rustig, ondanks de mooie middag. Misschien versterkt door het licht dat uit was in het zitgedeelte en de ietwat norse blik van de mevrouw achter de toonbank.
Later begreep ik dat het inderdaad niet zo best ging met de zaken. Naast de klandizie in de winkel had een jaar geleden ook het ziekenhuis in een grote naburige stad zijn contract opgezegd. “Die nieuwe partij doet ook al alles natuurlijk” was de aangebrachte reden.
Bij het betalen viel me nog wat op; je kon er pinnen. Een sticker op de toonbank met “Pinnen, ja graag!”. Toch wat vernieuwd aan het interieur.
Moraal van het verhaal
Wees altijd bedacht op nieuwe ijssalons! Een jarenlang bestaan is geen garantie op voortbestaan maar soms een bedreiging hiervan.